Dampigheid bij het paard Door: Margreet Lockhorst, dierenarts
![]()
Margreet Lockhorst is dierenarts bij de DER, de Dutch Endurance Riders, die langere afstanden te paard afleggen in wedstrijdverband onder strenge diergeneeskundige controle. Zij is verantwoordelijk samen met een team van dierenartsen en veterinaire studenten voor de gezondheid van deze paarden. Daarnaast begeleidt zij regelmatig de Nederlandse DER-kernploeg in het buitenland bij internationale wedstrijden.
Veel paarden op wat oudere leeftijd krijgen problemen met hun luchtwegen, de rek raakt eruit. Daardoor worden de prestaties minder, ze gaan zwaar ademen en uiteindelijk zijn ze ongeschikt voor de sport. We noemen dit dampigheid. In dit artikel wordt ingegaan op de achtergronden van deze chronische longaandoening.
Synoniemen voor dampigheid zijn:
- COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease),
- chronische bronchitis,
- allergisch- en niet allergisch astma
- emfyseem.
Er zijn een aantal factoren die dampigheid kunnen veroorzaken:
- infecties van de luchtwegen,
- allergieën en
- factoren uit het milieu (de omgeving waarin het paard gehuisvest is). Men moet denken aan stoffen die een mechanische prikkel geven, b.v. stoffig of beschimmeld hooi, of stoffen die een chemische prikkel geven, b.v. ammoniakdamp uit de urine.
Meestal is er sprake van een combinatie van oorzaken. Het begint vaak met een 'verkoudheid'. Het paard hoest, heeft wel of geen koorts en soms wat heldere neusuitvloeiing.
Het slijmvlies in de luchtwegen gaat zwellen, er wordt slijm afgescheiden, waardoor een vernauwing van de luchtwegen optreedt. Door de prikkelende stoffen uit het milieu en de slijmvorming in de luchtwegen wordt de eenmaal begonnen bronchitis blijvend geactiveerd, de neusuitvloeiing wordt melkwit en soms groenig (als er b.v. een bacteriële infectie overheen komt).
Ventielwerking in de longen
De vernauwing van de luchtwegen bemoeilijkt met name de uitademing van lucht, waardoor 'airtrapping' ontstaat, dit is lucht die ten gevolge van ventielwerking gevangen blijft in de longblaasjes. De longblaasjes komen hierdoor onder grote spanning te staan en kunnen uiteindelijk knappen, met als gevolg emfyseem; de elasticiteit van het longweefsel is verminderd.
Als emfyseem eenmaal ontstaat is het proces onomkeerbaar, dat wil zeggen dat deel van de long is blijvend beschadigd. Het paard moet dan de lucht uit zijn longen persen. We kunnen dat zijn in de flanken van het paard, de dubbelslag. De diagnose wordt definitief gesteld door middel van tracheo-bronchoscopie. In de kliniek wordt gekeken met een flexibel buisje in de luchtpijp en luchtwegen, tegelijkertijd kan er een drukmeting gedaan worden via de slokdarm.
Therapie
Behandeling van dampigheid vindt in de praktijk met name met VentipulminO. Dit medicijn zorgt voor een verwijding van de luchtwegen. Als het opgehoeste slijm erg dik is, kan een drankje gegeven worden om dit slijm te verdunnen. Is er een bacteriële infectie overheen gekomen dan worden tevens antibiotica gegeven.
Helaas wordt vaak het belangrijkste vergeten, namelijk de verbetering van de leefomgeving van het paard:
- liefst 24 uur per dag weidegang.
- Als dit niet mogelijk is, huisvesting in een buitenstal met als bodembedekking houtkrullen of liever nog papier in plaats van stro.
- Iedere dag goed uitmesten (vermindering van de ammoniak in de lucht uit de urine) niet met het paard in de stal.
- Voeren van kuil of nat hooi (goed nat, niet alleen de buitenkant van de plak) om stof te verminderen.
De preventie van dampigheid bestaat uit:
- het niet verwaarlozen van een verkoudheid (dus rust),
- zorgen voor een optimale leefomgeving.
- uiteraard moet minimaal jaarlijks ingeënt worden tegen influenza
- regelmatig ontwormen (minimaal 2 keer per jaar en bij weidegang 4 keer per jaar).
Bij een veterinaire keuring zoals een endurancewedstrijd wordt o.a. gelet op het type van de ademhaling van het paard; het zogenaamde 'naknijpen', dit is het samentrekken van de buikspieren bij de uitademing en is het best zichtbaar in de flank. Naknijpen kan duiden op de aanwezigheid van emfyseem in de longen. Tevens wordt gelet op neusuitvloeïng, zo nodig wordt het paard getemperatuurd.
Samenvatting
Afsluitend kunnen we stellen dat er een groot aantal factoren van belang zijn voor het ontstaan van dampigheid. Slechts enkele kunnen we beïnvloeden.
Maar als het paard beginnende verschijnselen laat zien, is het oppassen geblazen: paard op rust en schone lucht. De dierenarts kan zo nodig medicijnen geven. Zo kunnen we problemen op langere termijn verminderen, maar ¨dampigheid¨ zal blijven bestaan zolang er paardensport en dierenartsen bestaan.