Ongedierte Vooral in de zomer een probleem.
Ectoparasieten zijn op of in de huid levende schadelijke diertjes, zoals: vlooien, luizen, mijten, teken en maden.
Vlooien
Vlooien zijn beweeglijke bruinzwarte insecten, die op hun gastheer springen om bloed te zuigen. Er zijn katten- en hondenvlooien. Kattenvlooien komen ook vaak bij de hond voor.
Een vlooienwijfje legt honderden, soms duizenden eitjes, waarvan het merendeel op de grond terecht komt. Uit een eitje komt een larve, die in een stil en donker plekje kruipt (naad of kier) en zich verpopt.
In een pop ontwikkelt zich een vlo. Het popstadium kan enkele weken, maar ook wel een jaar duren. Onder invloed van trillingen en warmte komt de vlo uit de pop tevoorschijn. Dat kan massaal zijn wanneer bv. de familie terugkeert van vakantie. Bij warm vochtig weer kunnen vlooien zich explosief vermenigvuldigen, zodat een enorme plaag kan ontstaan. We zien dat vaak aan het eind van de zomer.
Waar zijn ze te vinden?
Vlooien zijn lichtschuw en houden zich vooral schuil in dicht behaarde delen (rug).
Door met een vlooienkam door de vacht te gaan kunt u soms de vlooien zelf of de uitwerpselen vinden: roodbruine-zwarte 'zandkorreltjes', die vochtige watten rood kleuren (oud bloed).
Wat merkt u op?
Vlooien produceren tijdens het bloedzuigers speeksel. Dit speeksel kan jeuk veroorzaken, waardoor het huisdier gaat jeuken en krabben. Sommige dieren ontwikkelen een overgevoeligheid voor dit speeksel. Een ernstig huidprobleem, vooral op de rug en flanken, is dan het gevolg.
Bestrijding
Bij het zien van de eerste vlo, zult u straffe maatregelen moeten nemen. Bedenk dat 90% van alle vlooien zich niet op het dier, maar in huis bevindt. De vlooienkam is beslist onvoldoende om er vlooien mee te bestrijden.
De omgeving
Dagelijks stofzuigen, vooral in de hoeken, is dan ook heel belangrijk, maar nog steeds niet voldoende. Behandel de vloeren en ligplaatsen met een spray of vloeistof, die behalve vlooien ook de larven doodt.
Huisdieren
Behandel alle in huis aanwezige honden en katten gelijktijdig. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden:
A. Middelen die uitwendig toegepast worden. Deze hebben een
vlooiendodende, maar ook een vlooienwerende werking.
- Shampoo. Zit uw dier onder de vlooien dan kunt u beginnen het een wasbeurt te geven met een anti-vlooienshampoo.
- Vooienband. Dit is een goede manier om vlooien te weren, mits de oude op tijd door een nieuwe vervangen wordt. Voor grote honden is een vlooienband niet toereikend: de rug en achterkant dienen met een aanvullend middel (spray of poeder) behandeld te worden. Restjes vlooienband zijn heel doelmatig als vlooienverdelger in een stofzuigerzak of hondenmand..
- Sprayvloeistof. Diverse vloeistoffen, al of niet te verdunnen met water, zijn geschikt om alleen toe te passen of als aanvullend middel te gebruiken zowel bij het huisdier, als de omgeving.
- Vlooienpoeder. Voor poeder geldt hetzelfde als voor de sprays. Voor pups en kittens zijn de meeste vlooienmiddelen te sterk. Er is een speciaal vlooienpoeder, dat wel geschikt is voor jonge dieren.
B. Middelen die een inwendige werking hebben:
De vlo gaat pas dood na het zuigen van bloed.
Voor dieren met een vlooienbeetallergie dus minder geschikt.
- De vlooiendruppels die 1 x per maand in de nek moeten worden gedruppeld.
- Tabletten of druppels, die ingenomen moeten worden 1 tot 4 x per 2 weken. Het voordeel is dat er geen giftige stoffen in de vacht zitten, wat met rondkruipende peuters plezierig is.
N.B. Voor alle middelen geldt: ze zijn giftig. Lees nauwkeurig de gebruiksaanwijzing en berg het middel veilig op. Overleg met uw dierenarts wat voor uw dier het meest geschikte middel is.
Teken
In Europa zijn verschillende soorten. Voor onze huisdieren zijn slechts twee soorten van betekenis. In Nederland kennen we de 'gewone' of 'schapenteek'.
Volwassen teken komen voor in bos en kreupelhout: de jonge stadia ook wel in lang gras. Als een warmbloedig dier passeert (hond, kat, schaap, egel, muis) laat de teek zich op de vacht vallen en zuigt zich vast in de huid.
We vinden ze vaak aan de voorkant van het dier. Het zijn doorgaans de vrouwtjesteken die we als grijze bolletjes zien zitten. De vrouwtjes zijn 3 x zo groot als de mannetjes en zuigen zich gedurende een week helemaal vol met bloed om vervolgens op de grond te vallen, waar ze een paar duizend eitjes leggen.
In Midden-Europa komt de 'hondenteek' voor. Deze kan gevaarlijke bloedparasieten overbrengen (nl. Babesia en Ehrlichea). Mocht uw hond meegaan naar het buitenland overlegt u dan met uw dierenarts welke maatregelen u zou moeten treffen.
De schapenteek kan soms besmet zijn met lymedisease (Borrelia) en dit bij honden en mensen overbrengen. Tijdige behandeling geeft snel herstel.
Bestrijding
Een belangrijk hulpmiddel in het voorkomen van teken, is de zg. tekenband: een halsband die een middel (amitraz) afscheidt, dat teken verlamt, waardoor ze zich niet vast kunnen zuigen.
Verwijderen
Een teek zuigt zich met zijn monddelen diep in de huid vast. U moet dan ook nooit aan de teek trekken, omdat er mogelijk delen in de huid achter blijven, die irritatie en ontsteking kunnen veroorzaken. Pak een teek zo dicht mogelijk bij de huid vast met de nagels van duim en wijsvinger en draai naar links en rechts, totdat u voelt (en hoort) dat hij loslaat. Er zijn ook speciale pincetten in de handel. Het vooraf 'verdoven' met ether of alcohol heeft nauwelijks effect.
Luizen
In tegenstelling tot vlooien komen luizen bij onze huisdieren weinig voor. Ze zijn witgeel van kleur, kruipen langzaam tussen de haren en zijn met het blote oog te zien. De meeste middelen tegen vlooien en mijten werken ook tegen luizen.
Mijten
Dit zijn insecten, die zo klein zijn, dat ze met een loupe op de microscoop opgespoord moeten worden. Mijten veroorzaken jeuk en ieder soort vraagt om een eigen aanpak.
- Huidschurft: De mijten zitten diep in de huid. Huidschurft is besmettelijk voor alle diersoorten, geeft enorm veel jeuk en is eenvoudig te behandelen met een wassing of per injectie.
- Oorschurft: komt voor bij kat, hond en konijn. Vooral bij kittens zien we vaak oorschurft. Het geeft veel jeuk, waardoor de patiënt aan de oren krabt en vaak met de kop schudt. Het oorsmeer is zwart korrelig en de oormijten zijn als witte kruipende beestjes met een loep te herkennen. Dagelijkse behandeling met een vloeistof of zalf, waarmee de oren gereinigd en de mijten gedood worden, is gedurende enkele weken noodzakelijk. De binnenkant van de oorschelp kunt u reinigen met een plukje watten, dat u om uw pink draait. Soms is een oorspoeling nodig.
- Oogstmijt: (Cheyletiella) leeft op de huid en geeft het beeld van 'roos'. De eigenaar kan ook beetplekken oplopen: meestal zijn ze te zien als 3 rode pukkeltjes bij elkaar, die jeuk veroorzaken. Door de hond te behandelen, verdwijnen ook de klachten bij de eigenaar.
- Jeugdschurft: Jonge-honden-schurft komt voor bij honden in het eerste levensjaar. Het geeft weinig of geen jeuk en is moeilijk te bestrijden. De besmetting vindt in het nest plaats. Het geeft enkele kale plekken aan kop, hals of voorpoten. Er is ook een algemene vorm, waarbij plekken over het hele lichaam voorkomen en de huid ernstig ontstoken kan raken. De vooruitzichten zijn in dat geval ongunstig. Behandeling bestaat uit het om de dag wassen van de halve hond met Amitraz gedurende 4 6 weken.
Vliegenmaden
Bij broeierig weer leggen de zg. vleesvliegen eitjes op warme, vochtige plaatsen. Een dikke vacht, die besmeurd is met diarree of wondvocht is zo'n voorkeursplaats. Langharige honden, konijnen en schapen lopen het meeste risico. De maden (larven), die uit de eitjes komen, vreten zich diep onder de huid een weg in het vlees. Binnen enkele dagen veroorzaakt dit - na een hoop ellende - de dood van het dier.
Advies: de vacht schoonhouden, de haren wegknippen en snel ingrijpen met een larvendodend middel kan veel ellende voorkomen.
Zie ook de uitgebreide behandeling van deze materie op De DierenDisk CD